Wat is nu écht de invloed van ochtendroutines op onze werkprestaties?
September. De kinderen gaan weer naar school, de vakantiekilo’s smelten tergend langzaam weg en de regenzomer maakt plaats voor een – hopelijk – zonovergoten Indian Summer. Het einde van de vakantieperiode betekent voor velen een terugkeer naar de vertrouwde ochtendroutine. Maar hoe ziet deze er best uit en welke invloed heeft dat wat we ’s ochtends (niet) doen op onze prestaties doorheen de dag? Een recente studie biedt opheldering.
Goeroes met groentesap
Je kent ze wel. De specialisten en goeroes die beweren dat ze de Ideale Ochtendroutine hebben gevonden. Zij verkondigen hun levensveranderende inzichten maar al te graag aan iedereen die het horen wil – bij voorkeur in een video waarin ze, vergezeld van een perfect afgerichte Golden Retriever, de opkomende zon tegemoet rennen terwijl ze naar een inspirerende TED Talk luisteren op hun iPod. Anderen zweren bij drie liter zelfgemaakt rodebietensap terwijl ze zich in complexe yogahoudingen manoeuvreren of brengen de eerste twee uur van de dag als een volleerd boeddhistisch monnik in absolute afzondering door.
Hoewel zo’n Spartaanse levenshouding voor sommigen perfect werkt en er weinig discussie is over het feit dat ochtendlijke gewoonten een stevig fundament kunnen vormen voor je (werk)dag, bestaat er niet zoiets als een one size fits all als het op ochtendroutines aankomt. Wat efficiënt en haalbaar is, verschilt van persoon tot persoon.
Het belang van niet storen
Goed nieuws: je hoeft je niet langer zorgen te maken als jouw ochtendrituelen niet Instagramproof zijn. Uit de studie ‘Stumbling out of the Gate: the energy-based implications of morning routine disruption’ (juli 2020) blijkt dat het niet zoveel uitmaakt hoe je ochtendroutine er exact uit ziet – zolang je hem maar ongestoord kan afwerken. Waar onderzoekers in het verleden focusten op het belang van ochtendroutines – en welke rituelen positief of negatief bijdragen aan je prestaties – onderzocht deze studie de invloed van onderbrekingen van morgenrituelen. Je weet wel: je hond die zijn behoefte op je yogamat doet of je leidinggevende die om 6 uur ’s ochtends belt om te vragen of je wat vroeger naar het werk kan komen om iets belangrijks te bespreken in aanwezigheid van het voltallig managementcomité.
In twee dagelijkse steekproeven peilden de onderzoekers naar de ervaringen van werknemers wiens ochtendroutine verstoord was. Zij ervoeren doorheen de dag minder rust en meer vermoeidheid. Bovendien, zo lezen we in dezelfde studie, maken uitputting en een gebrek aan rust dat je je minder betrokken voelt bij je werk. Dat engagement is, nog volgens het onderzoek, dan weer van wezenlijk belang om je dagelijkse doelen te behalen.
Koffie en cornflakes
Kortom: het maakt op zich niet uit of je de dag aanvangt met een marathontraining of dat je vasthoudt aan koffie, cornflakes en het checken van je mails, het zijn de eventuele verstoringen die doorwerken gedurende de rest van je werkdag. Een opluchting? Voor ons althans wel!
Wil dit nu zeggen dat je je vijftienjarige niet om elf uur ’s ochtends uit bed mag zetten omdat je daarmee diens ochtendroutine verstoort? Daarover kunnen we helaas geen wetenschappelijk onderbouwde uitspraken doen, want deze studie spitst zich enkel toe op de ochtendroutines van werknemers en de daaraan gelinkte prestaties. Uit proefondervindelijk onderzoek kunnen we alvast de voorzichtige hypothese formuleren dat het ochtendhumeur van je tiener alleszins een groot effect heeft op de rust die jij doorheen de dag ervaart.
De inzichten in deze blog zijn gebaseerd op de studie 'Stumbling out of the Gate: the energy-based implications of morning routine disruption' van Shawn T. McClean, Joel Koopman, Junhyok Yim en Anthony C. Klotz.
Wil je onze blogposts als eerste ontvangen en lezen?